Studies wijzen uit dat aseksuelen 1% uitmaken van de bevolking.
Studies hierrond:
- In 1948 maakte de Amerikaan Alfred Kinsey een schaal van 0 tot 6 op basis van hun seksuele geaardheid van heteroseksueel tot homoseksueel. Hij had ook een zevende categorie ‘X‘: mensen zonder seksuele contacten of reacties. Volgens zijn onderzoek (5300 geïnterviewden) maakten 1,5% van de mannelijke populatie deel uit van deze categorie X. In zijn tweede boek in 1953, Sexual Behavior in the Human Female, ging hij dieper in op deze categorie X. De resultaten uit dit onderzoek waren als volgt: ongetrouwde vrouwen: 14-19%, getrouwde vrouwen: 1-3%, voorheen getrouwde vrouwen: 5-8%, ongetrouwde mannen: 3-4%, getrouwde mannen: 0%, en voorheen getrouwde mannen: 1-2%.
- In 1994 hield een Brits onderzoeksteam geleid door Anthony F. Bogaert een bevraging bij 18.876 Britten dat een onderzoek (boek pagina 242) rond aids was. Hierbij gaf 1,05% aan dat zij nooit seksuele aantrekkingskracht hebben gevoeld.
- De studie van de Britse psycholoog Anthony F. Bogaert in 2004. In zijn boek ‘Asexuality: Prevalence and Associated Factors in a National Probability Sample‘ noemt hij aseksualiteit de ‘vierde sex’ (fourth sex). Bogaert onderbouwde zijn onderzoek met 18.000 Britse geïnterviewden. 1% (195 personen) maakten deel uit van deze ‘vierde sex’. Een interessante tabel in zijn studie vind je online. De onderzoeker geeft aan dat er echter nog te weinig studies zijn gedaan om het aantal van 1% voldoende te onderbouwen.
Studies rond het thema aseksualiteit zijn beperkt. Hopelijk brengt de toekomst hier verandering in.